Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Begroting: waarom we een 1/2e-regel moeten invoeren

Begroting: waarom we een 1/2e-regel moeten invoeren

  • 09/01/2024

De realiteit van onze overheidsfinanciën is er één van een hoog (en nog oplopend) tekort, een zware belastingdruk en hoge overheidsuitgaven. Dat moet aangepakt worden via een nieuwe 1/2e-1/2e-regel: de helft moet komen van besparingen, de andere helft van structurele hervormingen.

Het zou ondertussen breed gekend moeten zijn dat onze overheidsfinanciën er niet goed voorstaan. De volgende legislatuur starten onze gezamenlijke overheden met een begrotingstekort van 4,4% van het bbp. Door oplopende rentelasten en toenemende uitgaven voor pensioenen en zorg zal dat tekort de komende vijf jaar gewoon verder aangroeien. 

Zonder ingrepen stijgt het tekort naar meer dan 6% van het bbp tegen het einde van de volgende legislatuur. Dat komt overeen met zo’n 37 miljard in euro’s van vandaag. Als we dat tekort willen terugbrengen naar 3% van het bbp, de ondergrens van waar Europa naar streeft, dan is er een inspanning van zo’n 20 miljard in euro’s van vandaag nodig. Die budgettaire realiteit wordt een cruciale determinant van wat er mogelijk zal zijn in de volgende legislatuur.

Zware belastingdruk en hoge overheidsuitgaven

De huidige federale regering hanteerde voor de aanpak van de overheidsfinanciën een 1/3e-1/3e-1/3e-regel: 1/3e van de inspanning moest van extra inkomsten komen, 1/3e van besparingen op de uitgaven en 1/3e van ‘andere’ zoals fraudebestrijding. Die aanpak gaat evenwel voorbij aan het feit dat we vandaag al de tweede zwaarste belastingdruk van Europa hebben (na Frankrijk). Die belastingdruk nog veel verder opdrijven, zal onvermijdelijk leiden tot toenemende economische schade. Binnen het belastingstelsel zijn er verbeteringen mogelijk via verschuivingen, maar de totale belastingdruk nog substantieel verder verhogen is geen goed idee.

Daarnaast gaat die aanpak ook voorbij aan de realiteit van onze stelselmatig oplopende overheidsuitgaven. Volgens de recentste ramingen van de Nationale Bank zullen de primaire overheidsuitgaven (de uitgaven zonder de rentelasten), in 2024 2,9% van het bbp (17 miljard in euro’s van vandaag) hoger liggen dan in 2019. En die uitgavenstijging past in een langere trend: sinds 1990 zitten de overheidsuitgaven in de lift. In 2024 zullen de primaire overheidsuitgaven 12,6% van het bbp hoger liggen dan in 1990. De ontsporing van onze overheidsfinanciën zit dus duidelijk aan de uitgavenkant.  

Naar een 1/2e-1/2e-regel

Voor de aanpak van de budgettaire uitdagingen moeten we dan ook overstappen naar een 1/2e-1/2e-regel: de helft moet komen van besparingen, de andere helft van structurele hervormingen. We hebben vandaag de tweede hoogste overheidsuitgaven van Europa, na Frankrijk, en volgens de huidige vooruitzichten gaan we zonder ingrepen naar de eerste plaats in de loop van de volgende legislatuur. Tegelijkertijd blijkt uit verschillende analyses dat we zeker niet de tweede hoogste kwaliteit van beleid hebben. In maar liefst 15 Europese landen levert de overheid een hogere kwaliteit van beleid af voor lagere overheidsuitgaven. Die weg moet ook België uit: meer doen met minder uitgaven.

Met besparingen alleen zal het evenwel niet lukken, daarvoor is de budgettaire uitdaging te groot. Daarom moet vooral ingezet worden op hervormingen: meer mensen aan het werk, meer ondernemerschap, meer economische activiteit, meer preventie… Dat soort hervormingen zou ook substantieel helpen om onze overheidsfinanciën terug op orde te krijgen, en dat is trouwens ook de ‘makkelijkste’ manier om de budgettaire uitdaging aan te pakken.

Ondek hier alle verkiezingsvoorstellen van Voka.

Contactpersoon

imu - vzw - Altez
imu - vzw - Uzbrussel