Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Afscheidsinterview Jan Van Doren: “Brussel is de motor van Vlaanderen”

Afscheidsinterview Jan Van Doren: “Brussel is de motor van Vlaanderen”

  • 13/12/2023

Als er een realisatie is waar Jan trots op is, dan is dat de toegenomen samenwerking tussen Vlaanderen en Brussel. Jan Van Doren heeft er zijn levenswerk van gemaakt om Vlaanderen te overtuigen van het belang van Brussel, en omgekeerd. Na tien jaar als oprichter en directeur van Voka Metropolitan gaat Jan Van Doren met pensioen, op 1 februari e.k.. Wat ooit begon als het VEV-Comité Brussel en nadien Voka-Comité Brussel werd, een groep van geëngageerde bedrijfsleiders, is onder Jans impuls uitgegroeid tot een professioneel, bloeiend en impactvol netwerk van ondernemingen in Brussel en de Rand.

Interview: Eric Laureys

Met welk gevoel neem je afscheid van Voka Metropolitan?

Ik vertrek met een positief gevoel. Ik merk een toegenomen interesse voor Brussel, zeker binnen Voka maar ook in brede middens in Vlaanderen. Het kan uiteraard nog veel beter, maar we hebben in de voorbije jaren verschillende stappen gezet om de missie van Voka Metropolitan in de praktijk te brengen: bruggen slaan tussen Vlaanderen en Brussel in het belang van onze ondernemingen. De groei van leden en lidgelden geeft duidelijk aan dat onze activiteiten naar waarde worden geschat.

Beeld je eens in dat Voka Metropolitan niet zou bestaan?

Dan zou het dringend opgericht moeten worden. Er is een reële nood aan een netwerk van ondernemingen dat in de eerste plaats op metropolitane schaal denkt. Ondernemingen houden geen rekening met de administratieve en politieke grenzen van Brussel. Tegelijk zie je bij politici het omgekeerde: steeds vaker plooien ze zich terug op hun eigen grond- gebied. Terwijl heel wat grootstedelijke uitdagingen bij voorkeur op metropolitane schaal bekeken worden. Uniek aan Voka Metropolitan is ook het inzetten op het versterken van de economische centrumfunctie van Brussel, met het bouwen van bruggen tussen Brussel en Vlaanderen, zowel in de ondernemingswereld als in de politiek.

Hoe belangrijk is Brussel voor de rest van Vlaanderen?

Je zou kunnen zeggen dat Antwerpen de industriële motor is van Vlaanderen en Brussel de diensten- en kennismotor. Brussel speelt een cruciale rol als hoofdstad, maar is ook economisch gesproken erg belangrijk, mede door zijn status als feitelijke hoofdstad van de EU. Nergens in België vind je een grotere concentratie aan hooggekwalificeerde kennisjobs dan hier in Brussel. Hier heb je hoofdzetels van bedrijven, kennisinstellingen, ziekenhuizen, internationale en Europese instellingen, overheidsadministraties, enz.

De kennisjobs worden veelal ingevuld door pendelaars. Wat is het effect voor de Brusselaars zelf?

We hebben onlangs nog wetenschappelijk laten becijferen wat de precieze impact is van de aanwezigheid van al die kennisjobs. Wat blijkt? Voor elke 100 hooggeschoolde kenniswerkers die in Brussel aan de slag zijn, worden indirect 200 bijkomende banen in Brussel gecreëerd, waarvan de helft voor kortgeschoolden. Denk aan poetsdiensten, bewaking, koerierdiensten, catering en horeca, vrije tijd… De aanwezigheid van pendelaars en kennisjobs is met andere woorden de ruggengraat van de Brusselse welvaart.

Met de Brusselse welvaart gaat het al langer stelselmatig bergaf.

Dat klopt, sinds de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 1989 is de relatieve rijkdom van de Brusselaars erop achteruitgegaan. Dat moeten we omkeren door nog sterker in te zetten op de troeven van Brussel. Ik heb het dan over die kenniseconomie die Brussel moet omarmen en niet wegduwen. Wat is er nodig: een lokale fiscaliteit die ondernemen stimuleert en niet afremt, een betere bereikbaarheid van Brussel met alle vervoersmodi, ruimte bieden voor ondernemingen, sterkere focus op innovatie, gericht op de twin transition… Verder bieden de hoge werkloosheid en de aanwezigheid van een jonge bevolking een troefkaart: ontwikkel hun talent en activeer hen naar een job.

Hoe is het gesteld met de veiligheid in Brussel?

Over de veiligheid in Brussel krijgen we steeds meer klachten. Werknemers moeten zich in alle comfort en veiligheid van en naar het werk kunnen begeven. We merken een toegenomen overlast door druggerelateerde incidenten. Brussel moet een veilige plek zijn om te werken, te ondernemen en te wonen. Dat is een absolute basistaak van de overheid, en daarin schieten de vele betrokken overheden in Brussel vandaag tekort.

De verarming van Brussel kunnen we keren door meer in te zetten op de troeven als kenniseconomie.

Jan Van Doren, afscheidnemend directeur Voka Metropolitan

Op welke realisaties van de afgelopen 10 jaar ben je trots?

Ik ben trots op het enthousiasme dat ik bij vele leden merk over onze netwerkactiviteiten, en op onze impact. In verschillende dossiers waarin jarenlang is aangemodderd, zijn onder aanhoudende druk van Voka Metropolitan stappen vooruit gezet. Ik denk in de eerste plaats aan de interregionale arbeidsmarktmobiliteit. De grote groep van meer dan 90.000 Brusselse werklozen zal sterker dan vroeger toegeleid worden naar jobs in de Vlaamse Rand.

Wat met de grote mobiliteitsvraagstukken?

Ook daar is er vooruitgang geboekt. De hoognodige herinrichting van de Brusselse Ring is in een stroomversnelling geraakt. De Brusselse regering stelt zich constructief op en heeft de loopgraven verlaten, al is er nog masseerwerk nodig. De luchthaventram tussen Zaventem en Brussel zit op spoor. Er blijft wel een spanningsveld inzake grote toegangswegen voor pendelverkeer, waar meer overleg nodig is, zoals de toegang langs de A12 via de Van Praetlaan.

Is er in een dichtbebouwde stad als Brussel nog ruimte voor ondernemingen?

De schaarse ruimte wordt geclaimd door verschillende functies: groenvoorzieningen, woningen, bedrijfsterreinen. Deel van de oplossing is om die functies te vervlechten. Monofunctionele wijken in het centrum van de stad, dat is niet meer van deze tijd. De herontwikkeling van de Noordwijk wordt op een nieuwe leest geschoeid. Er is plaats voor woningen, kantoren en groen, vaak binnen hetzelfde project.

Aan de andere kant is het van belang om bepaalde zones nog steeds voor te behouden voor specifieke activiteiten. Ik denk aan de Heizelvlakte, waar het congrestoerisme een belangrijke plaats kan innemen. De voormalige site van de NAVO in Evere is dan weer ideaal gelegen om multinationale ondernemingen te huisvesten waarvoor de nabijheid van de luchthaven een belangrijk element is. En de kanaalzone is de gepaste plaats voor bedrijfsactiviteiten die een zekere overlast met zich meebrengen, maar wel passen in een duurzaam verhaal, zoals distributie en logistiek langs de waterweg, of recyclage.

Heb jij na 10 jaar als directeur van Voka Metropolitan de ervaring dat verandering in Brussel tergend traag gaat?

De politieke molen in Brussel maalt heel langzaam. De institutionele architectuur van Brussel is daar mee verantwoordelijk voor. Het hele kluwen van gemeenten, gewest en politiezones maakt Brussel log.

Doe daar toch iets aan! We pleiten er al lang voor om naar Parijs’ model te werken met districten of arrondissementen voor de puur lokale aangelegenheden aan de ene kant, en aan de andere kant het gewestelijke niveau meer slagkracht te geven. Op gewestniveau moeten de grote lijnen worden uitgezet en moet het politieke zwaartepunt liggen, steeds in nauwe samenwerking met Vlaanderen voor dossiers die van metropolitaan belang zijn.

Welk advies heb je voor René Konings, die jou vanaf 1 februari zal opvolgen als directeur?

René zal zijn eigen koers varen, omkaderd door het bestuur en met het vizier op onze missie. Als ik een raad wil geven, is het dit: probeer altijd constructief te zijn. Het is soms verleidelijk om in Brussel aan de kant van de klagers te staan en er zonder ophouden op te wijzen dat Brussel slecht functioneert. Ik geloof meer in de constructief kritische aanpak. Zoeken naar win-wins tussen Brussel en Vlaanderen – die zijn talrijk – levert op lange termijn de meeste impact op. Wat natuurlijk niet wegneemt dat we ook waar nodig de problemen moeten benoemen, in een parler vrai.”

Laat je Brussel straks helemaal los?

Dat nooit. Brussel is een fantastische stad die in mijn hart zit. Ik ben hier naar school gegaan, ik ben vanaf het begin van mijn carrière als journalist (bij de Financieel- Economische Tijd, n.v.d.r.) geboeid door Brussel, en bij Voka Metropolitan heb ik de cirkel nu helemaal rondgemaakt. Ik zal nog een engagement opnemen in het onderwijs, als bestuurder van het steunfonds voor de Egied Van Broekhovenschool in Sint-Jans-Molenbeek. In het succes van het Nederlandstalige onderwijs zit de kiem voor een succesvolle verdere toekomst voor Brussel.

Artikel uit publicatie